navigatie overslaan

Watermolen Den Haller

Watermolen Den Haller is de oudste (1169) molen van Nederland boven de grote rivieren. De molen wordt aangedreven door het water van de Molenbeek die zijn water weer uit de Schipbeek ontvangt.

De molen vormt het centrum van een buurtschap bestaande uit enkele boerderijen en huizen. Waarschijnlijk ligt hier ook de oorsprong van Diepenheim. Vanwege de historische waarde heeft de watermolen met omgeving de status beschermd dorpsgezicht.

Tot 1970 was de molen nog dagelijks in bedrijf. De boeren uit de omgeving lieten er hun graan malen. Terwijl de molenaar bezig was lieten ze zich een borrel inschenken in de boerderij waar nu het restaurant gevestigd is. Het meel namen ze vervolgens weer mee om er brood van te bakken of te voeren aan de varkens.

De watermolen is nog grotendeels in zijn oorspronkelijke vorm bewaard gebleven. Hij staat op houten palen in de molenkolk. De geteerde houten gevels en uitgesleten traptreden tonen de sporen van het verleden. Dat neemt niet weg dat de molen na een recente restauratie weer in goede staat verkeert.

Vreemd genoeg was de molen lange tijd eigendom van Deventer. Het stadsbestuur van Deventer had rond 1500 de Schipbeek laten graven. Langs deze kunstmatige beek kon Deventer handel drijven met een aantal plaatsen in Twente en het aangrenzende Duitse gebied. Aangezien de Diepenheimse Molenbeek de verbinding vormt tussen de Schipbeek en de Regge zouden ook goederen van en naar aartsrivaal Zwolle langs deze weg de Schipbeek kunnen bereiken. Dat was nu net niet de bedoeling. De molenaar moest er dus op toezien dat er geen goederen via de molenkolk zouden worden overgeslagen. Toen de scheepvaart over de Schipbeek en Regge niet meer van belang was, verkocht Deventer de molen aan molenaar Hallers. Naar hem wordt de molen ook wel Den Haller genoemd.

De molen is regelmatig geopend voor het publiek.

Categorieën